Vanochtend werd ik hier wakker en voelde, dít is het”, vertelt Bram Pulles. Hij heeft net al zijn spullen verhuisd van zijn Maastrichtse woning naar een kamer in de ‘catacombe’ van de oude abdij in Kerkrade. In het grootseminarie van het bisdom Roermond, in 1973 opgericht door toenmalig bisschop Gijsen, zal hij zich gaan voorbereiden op het priesterschap.
De 45 priesterstudenten in het seminarie, waarvan de meesten afkomstig zijn uit India, vormen een religieuze minderheid binnen dit omvangrijke complex dat ook hotel, restaurant en conferentieoord is, waar je ‘historisch kunt genieten’, zo belooft de folder. In de afgescheiden vleugel waar het seminarie gevestigd is, begint de dag om kwart voor zeven met het ochtendgebed, de Lauden en daarna de mis, het liturgische hoogtepunt van de dag, legt Pulles uit. Zijn eerste vakken zijn Latijn, Grieks en kerkgeschiedenis.